European Union flag

2.3 Algemene volgorde voor klimaateffecten, kwetsbaarheden en risicobeoordelingen

Bij de uitvoering van een klimaateffect-, kwetsbaarheids- en risicobeoordeling moeten verschillende besluiten worden genomen. Ten eerste is het belangrijk om de doelstelling, de context en de reikwijdte van de beoordeling te definiëren (I). Zodra de potentiële klimaatrisico’s zijn vastgesteld, moeten de risico’s worden geselecteerd en geprioriteerd (II). Voor elk geselecteerd risico moeten aanvullende gegevens en informatie worden verkregen (III) en moet een specifieke risicobeoordeling worden uitgevoerd (IV). Tot slot moeten overkoepelende risico’s en hotspots voor risico’s worden vastgesteld (V).

I. Definieer doelstellingen, context en reikwijdte van de klimaateffecten, kwetsbaarheden en risicobeoordeling

Elke impact, kwetsbaarheid en risicobeoordeling moet overeenstemmen met de algemene doelstellingen van het aanpassingsplanningsproces die eerder zijn vastgesteld (zie stap 1). De volgende vragen kunnen helpen bij het verfijnen van een CCIV-beoordeling:

  • Op welke gevolgen, kwetsbaarheid en risico’s moet de beoordeling zich richten (bv. alleen op risico’s in verband met bepaalde gevaren van specifieke sectoren)?
  • Wat is de temporele referentie? Het wordt aanbevolen om altijd de huidige situatie als uitgangspunt te nemen. Voor toekomstige klimaatrisico’s wordt ten minste één periode aanbevolen die binnen een typisch aanpassingstijdsbestek valt, bv. in 2050 (30 jaar vanaf nu).
  • Welke methodologie moet worden toegepast? Afhankelijk van het doel, de reikwijdte en de beschikbare middelen moet de beoordelingsmethode worden bepaald. Een grondige CCIV-beoordeling op basis van klimaat(impact)gegevens en simulaties kan gemakkelijk een of twee jaar in beslag nemen. Vaak kunnen goede resultaten en aanwijzingen voor aanpassingsplanning al worden bereikt met meer participatieve, kwalitatieve benaderingen.
  • Wie moet erbij betrokken worden? Idealiter worden dezelfde belanghebbenden (deskundigen, besluitvormers) als bij het aanpassingsplanningsproces betrokken om een soepele overgang van de CCIV-beoordeling naar de vaststelling van aanpassingsmaatregelen mogelijk te maken.

Een resultaat van deze activiteit is meestal een definitie van het zorgwekkende systeem (bv. klimaatrisico’s voor land- en bosbouw in een specifiek district) en een voorlopige lijst van potentiële klimaatrisico’s die relevant kunnen zijn voor de beoordeling.

II. Geselecteerde risico's prioriteren en specificeren en impactketens ontwikkelen

Aangezien geen enkele beoordeling alle potentiële risico's kan dekken, moet een selectie en prioritering van risico's worden gemaakt op basis van de relevantie voor het geselecteerde systeem. Ervaringen uit het verleden en algemeen beschikbare informatie over potentiële klimaateffecten en -risico’s uit stap 1 kunnen als uitgangspunt worden genomen.

Voor elk geselecteerd risico moet worden geanalyseerd welke klimaatgevaren, tussentijdse effecten en kwetsbaarheids- en blootstellingsfactoren tot dit specifieke risico leiden en bij de beoordeling in aanmerking moeten worden genomen. Impact chains kunnen een nuttig concept zijn om deze stap te begeleiden. Het is nuttig om de prioritering van risico's en de ontwikkeling van impactketens te organiseren als een participatieve aanpak samen met belanghebbenden. Dit helpt om rekening te houden met specifieke lokale of regionale omstandigheden, vergroot de acceptatie van de resultaten en vergemakkelijkt de overgang van risicobeoordeling naar adaptatieplanning.

III. Verzamelen van informatie over klimaat, gevaren, blootstelling en kwetsbaarheid voor gespecificeerde risico's

Op basis van de gespecificeerde risico’s en impactketens moeten gegevens en informatie over klimaatgevaar, blootstelling en kwetsbaarheid worden verzameld. Als typisch verzoek moet de beoordeling de volgende informatie bevatten:

  • Informatie over vroegere en huidige klimaatgerelateerde effecten en risico’s. Leren van het verleden en de huidige situatie is van cruciaal belang voor het identificeren van voor de hand liggende of verborgen kwetsbaarheden van het systeem. Dit omvat gegevens over gebeurtenissen in het verleden en de gevolgen daarvan, evenals trends (zie stap 1.5 voor gegevensbronnen), maar ook verhalen over complexe interacties die vaak onverwacht zijn.
  • Huidige klimaatsituatie en toekomstige trendprognoses van verschillende klimaatvariabelen en -gevaren (bv. gemiddelde temperatuur, hittedagen, intensieve regenval, sneeuwbedekking), op basis van een reeks verschillende klimaatscenario’s, bijvoorbeeld gedeelde sociaaleconomische trajecten (SSP’s) zoals goedgekeurd door het IPCC voor zijn zesdeevaluatieverslag(AR6). Zie “Klimaateffecten in Europa” in stap 1.5.
  • Simulatie of scenario's over toekomstig risico. Voor sommige categorieën klimaatrisico’s, zoals watergerelateerde risico’s of risico’s in verband met de landbouw, bestaan simulatiebenaderingen. Toekomstige waterbeschikbaarheid of verwachte opbrengst kan worden gesimuleerd met modellen die rekening houden met verschillende klimaatscenario's. Dergelijke simulaties zijn echter meestal beperkt tot de fysieke gevolgen van een gevaar en houden niet ten volle rekening met kwetsbaarheidsfactoren. Ze moeten daarom worden geïnterpreteerd als proxies van wat er zou kunnen gebeuren en moeten worden aangevuld met verdere deskundige kennis.
  • Gegevens en informatie over blootstelling en kwetsbaarheid zoals geïdentificeerd voor het specifieke risico. Dit omvat gegevens over de huidige sociaal-economische omstandigheden, zoals de bevolkingsdichtheid of leeftijdsstructuur, maar kan ook kwalitatieve informatie omvatten, zoals over de institutionele capaciteit om een specifiek risico het hoofd te bieden. Zie ooktechnisch document 2/2021 van de ETC/CCA “Just transition in the context of adaptation to climate change”.
  • Toekomstige sociaaleconomische ontwikkeling en andere niet-klimatologische factoren en megatrends zoals demografische veranderingen, het gebruik van hulpbronnen of markttrends hebben een aanzienlijke invloed op de kwetsbaarheid voor klimaatverandering. Hoewel het vaak moeilijk is om informatie te krijgen over mogelijke toekomstige sociaal-economische ontwikkeling, zijn dergelijke trends vaak even belangrijk voor een risico als de klimaatverandering zelf. Het toekomstige risico op hittegerelateerde gezondheidsproblemen neemt bijvoorbeeld hoogstwaarschijnlijk niet alleen toe omdat de frequentie en intensiteit van hittegolven toeneemt, maar ook omdat de bevolking in steden toeneemt en de bevolking vergrijst.

IV. Uitvoeren van een beoordeling voor elk specifiek risico

Er zijn verschillende benaderingen om van de informatiepool van stap III tot een risicobeoordeling voor elk specifiek risico te komen. Het belangrijkste is om te begrijpen dat elke risicobeoordeling op waarde is gebaseerd, wat betekent dat er geen "objectief risico" is. Risico's worden altijd beoordeeld aan de hand van overeengekomen waarden of doelstellingen. Daarom wordt een risico meestal uitgedrukt in een kwalitatieve schaal zoals "laag, gemiddeld, hoog". Er is zelfs geen standaarddefinitie van wat een "hoog" risico betekent. De "waardebepaling" moet deel uitmaken van de risicobeoordeling en moet door de belanghebbenden worden overeengekomen. Een "hoog" risico kan bijvoorbeeld worden gedefinieerd als een hoge verwachte schade in verband met het risico in de zin van economische, ecologische, functionele, aan de menselijke gezondheid gerelateerde of culturele schade.

Bij meer datagestuurde, top-down en ruimtelijk expliciete benaderingen is een gevestigde methode om de hele risicobeoordeling te baseren op indicatoren. Indicatoren worden vervolgens gedefinieerd voor afzonderlijke factoren en componenten, die vervolgens worden samengevoegd tot samengestelde indicatoren. Deze aanpak is enerzijds nuttig voor grootschalige beoordelingen met veel subeenheden (bijvoorbeeld gemeenten binnen een district), is transparant en reproduceerbaar. Aan de andere kant moeten veel subjectieve beslissingen worden genomen over hoe gegevens en informatie in indicatoren moeten worden omgezet en hoe indicatoren moeten worden geaggregeerd.

Voor meer bottom-up lokale risicobeoordelingen is het vaak beter om een participatieve beoordelingsaanpak te volgen op basis van de gegevens- en informatiepool van stap III. De beoordeling kan nog steeds de logica van het IPCC en de impactketens volgen door gevaren-, kwetsbaarheids- en blootstellingscomponenten afzonderlijk te beoordelen. De uiteindelijke beoordelingsprocedure kan een op consensus gebaseerde benadering of een stembenadering zijn. Vaak opent de discussie over het belang van afzonderlijke elementen en specifieke kwetsbaarheden in een op consensus gebaseerde aanpak de discussie over aanpassingsopties.

Het resultaat in beide gevallen (top-down indicator gebaseerd vs. bottom-up consensus bases) is:

  • een beschrijving van elk specifiek risico, met inbegrip van de processen en factoren die tot dit risico leiden, een beschrijving van de vroegere en huidige situatie, een perspectief op de mogelijke toekomstige ontwikkeling van de afzonderlijke factoren en het specifieke risico.
  • een specifieke evaluatie voor elk risico (bv. laag, gemiddeld, hoog) voor elke geselecteerde periode (bv. huidige situatie, midden van de eeuw, einde van de eeuw). In het geval van op indicatoren gebaseerde beoordelingen kunnen de resultaten ook als risicokaarten worden geïllustreerd. Maar zelfs in een bottom-up benadering zijn kaarten nuttig om ruimtelijk expliciete informatie te illustreren voor bepaalde aspecten van specifieke risico's of de onderliggende componenten en factoren.
  • een beschrijving van de onzekerheden in de beoordeling en het betrouwbaarheidsniveau van de resultaten (zie stap 2.5).

V. Identificeer overkoepelende risico's en risicohotspots

De laatste stap in elke risicobeoordeling, ten minste indien meer dan één risico wordt beoordeeld, moet een analyse zijn van de interacties tussen afzonderlijke risico's. Het belangrijkste doel is het identificeren van ruimtelijke of thematische hotspots die door meer dan één risico worden getroffen. Dit kunnen bijvoorbeeld stedelijke conglomeraten zijn die bijzonder worden getroffen door hittegerelateerde risico’s, maar ook door pluviale overstromingen en rivieroverstromingen, een hoge blootstelling (hoge bevolkingsdichtheid) en een hoge kwetsbaarheid (hoog percentage kwetsbare mensen) hebben. Bovendien zijn sommige risico's in risicocascades met elkaar verbonden. Het risico op schade door aardverschuivingen kan bijvoorbeeld leiden tot een risico op verstopping van het verkeer. Dergelijke risicohotspots en risicocascades kunnen vaak in verband worden gebracht met een grote vraag naar aanpassing.

Naast risico's en kwetsbaarheid kunnen positieve effecten (kansen) het gevolg zijn van toekomstige klimaatverandering. Land- en bosbouw kunnen bijvoorbeeld profiteren van een langer groeiseizoen. Er zullen waarschijnlijk omstandigheden worden gecreëerd die passen bij nieuwe zakelijke kansen en innovatie, en overheden kunnen hierop reageren met gerichte pionierssteun.

Language preference detected

Do you want to see the page translated into ?

Exclusion of liability
This translation is generated by eTranslation, a machine translation tool provided by the European Commission.