Aanpassingsprincipes

Lokale en regionale overheden in Europa voeren hun inspanningen op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering op om het hoofd te bieden aan de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering. In de loop der jaren zijn enkele beginselen van goede aanpassing naar voren gekomen. De RAST is ontworpen om u als lokale of regionale overheid te helpen deze principes te integreren in uw strategieën en plannen voor aanpassing aan de klimaatverandering:

• Duurzaam: Aanpassing moet sociaal, financieel en ecologisch duurzaam zijn. Het doel is de kwetsbaarheid te verminderen en het aanpassingsvermogen te verbeteren, door klimaatveerkracht eerlijk op te bouwen – zonder kwetsbare groepen, sectoren of gebieden te verwaarlozen. Het is belangrijk dat aanpassingsinspanningen op één lijn worden gebracht en synergieën creëren met klimaatmitigatiedoelstellingen, waardoor de beleidscoherentie binnen uw organisatie wordt vergroot. Aanpassingsmaatregelen op één plaats mogen de aanpassings- of mitigatie-inspanningen elders niet in gevaar brengen, wat tot slechte aanpassing leidt. Zij mogen ook geen afbreuk doen aan andere duurzaamheids- en milieudoelstellingen, maar moeten deze idealiter ondersteunen. Bijvoorbeeld doelstellingen inzake verantwoord beheer van water en mariene hulpbronnen, de overgang naar een circulaire economie, het voorkomen van verontreiniging en het behoud/herstel van biodiversiteit en ecosystemen.

• empirisch onderbouwd: De aanpassingsplanning en -acties moeten worden gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke kennis en gegevens, met inbegrip van toekomstige risico’s. Met behulp hiervan moet aanpassing beginnen met het aanpakken van risico’s van vroegere en huidige klimaatvariabiliteit en extreme weersomstandigheden.

• Plaatsgebonden: Er is geen one-size-fits-all benadering van aanpassing. De reacties moeten worden afgestemd op de unieke lokale of regionale context, waarbij de huidige en toekomstige risico’s en kwetsbaarheden op een precieze locatie worden aangepakt. Tegelijkertijd is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de risico's en aanpassingsreacties van naburige autoriteiten. Bij de aanpassingsreacties moet ook rekening worden gehouden met uw organisatiestructuur, rekening houdend met het beschikbare personeel en de beschikbare financiële middelen.

• Inclusief en sociaal rechtvaardig: Aanpassing is doeltreffender wanneer daarbij diverse actoren (bv. overheidsdiensten, het maatschappelijk middenveld en verschillende sectoren) betrokken zijn die op verschillende bestuursniveaus coördineren. Betrokkenheid van burgers, met name van kwetsbare groepen, is van cruciaal belang voor inclusieve en algemeen aanvaarde aanpassingsplannen. Rechtvaardige veerkracht moet dit proces sturen, systemische onrechtvaardigheid aanpakken en ervoor zorgen dat aanpassingsinspanningen rekening houden met sociale kwetsbaarheid en kwetsbare groepen kansen bieden om hiervan te profiteren.

• Gemonitord, geëvalueerd en voortdurend verbeterd: Het gebruik van duidelijke indicatoren is van vitaal belang om uw aanpassingsvoortgang continu te monitoren en te beoordelen. De voortdurende beoordeling van de doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang en billijkheid van het beleid maakt regelmatige reflectie mogelijk en bevordert leren en verbeteren in de loop van de tijd.

• Flexibel en iteratief: De aanpassingsplanning moet flexibel zijn vanwege onzekerheden rond het toekomstige klimaat en de sociaal-economische omstandigheden. Eenvoudige aanpassingen en actualiseringen op basis van geleerde lessen moeten mogelijk zijn om veerkracht en doeltreffendheid te waarborgen als de omstandigheden veranderen.