All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesPrincipes en succesfactoren
Aanpassing aan klimaatverandering is van toepassing op beleid, praktijken en projecten die risico's kunnen verminderen door kwetsbaarheid en / of blootstelling te verminderen en / of kansen in verband met klimaatverandering kunnen realiseren. Aanpassing heeft gevolgen voor alle besluitvormingsniveaus, alle regio's en de meeste sectoren. Aanpassing moet worden gestructureerd als een sectoroverschrijdende, multilevel en interregionale activiteit die actoren met verschillende kennis, belangen en waarden samenbrengt. Aanpassing gaat niet alleen over meer doen, het gaat over nieuwe manieren van denken en omgaan met risico's en gevaren, onzekerheid en complexiteit. Het verkennen van geschikte aanpassingstrajecten om bestaande kwetsbaarheden aan te pakken en de veerkracht te vergroten, vereist een gestructureerd proces van leren door mensen en organisaties. Hoewel elk aanpassingsproces contextspecifiek moet zijn, worden verschillende belangrijke principes zoals hieronder beschreven algemeen erkend om een goede aanpassing te ondersteunen.
Verschillende principes in het adaptatiebeleidsproces worden algemeen erkend als sleutelfactoren voor goede adaptatie. Deze beginselen (gebaseerd op UKCIP, 2005; Adger et al. 2005; Prutsch et al. 2010; Bruin et al. 2011, Southern Voices on Adaptation, CARE 2015) zijn:
- Aanpassing moet duurzaam zijn – adaptatiemaatregelen mogen niet bijdragen aan klimaatverandering of de mitigatie-inspanningen beperken, dus synergieën met mitigatiedoelstellingen voor klimaatverandering moeten worden benut en conflicten moeten worden vermeden. Bovendien mag het niet ten koste gaan van het vermogen van andere delen van het natuurlijke milieu, de samenleving of het bedrijfsleven om zich elders aan te passen (bv. het gebruik van grondwater voor irrigatie in droge gebieden, waardoor het grondwaterpeil daalt en de beschikbare hoeveelheid drinkwater wordt beperkt). Waar mogelijk aanpassingsinspanningen bevorderen die het vermogen van natuurlijke systemen vergroten om de veerkracht te vergroten (bv. op ecosystemen gebaseerde benaderingen en op de natuur gebaseerde oplossingen) door klimaatrisico’s te bufferen.
- Werk in partnerschap – identificeer en werk samen met betrokken actoren (bv. van overheidsinstanties, ngo’s, het bedrijfsleven, lokale gemeenschappen en mensen) op alle relevante niveaus en zorg ervoor dat zij goed geïnformeerd zijn en worden aangemoedigd om aan aanpassing te werken. Formuleren, definiëren en prioriteren van opties, implementeren en monitoren van adaptatiebeleid en plannen op een participatieve en inclusieve manier.
- De aanpassing moet empirisch onderbouwd zijn, waarbij ten volle gebruik moet worden gemaakt van de meest recente onderzoeken, gegevens en praktische ervaringen, zodat de besluitvorming goed wordt ondersteund en geïnformeerd.
- Beheer klimaat- en niet-klimaatrisico’s met behulp van een evenwichtige aanpak – klimaatverandering is slechts één aspect van meerdere stressfactoren die van invloed zijn op de sociale, natuurlijke en economische ontwikkeling. Aanpassing moet dus een holistische benadering volgen die het beheer van zowel klimaat- als niet-klimaatrisico's omvat.
- Risico’s in verband met vroegere en huidige klimaatschommelingen en extreme weersomstandigheden aanpakken – dit moet het uitgangspunt zijn voor anticiperende maatregelen om risico’s en kansen in verband met klimaatverandering op langere termijn aan te pakken. Het is belangrijk te zorgen voor coördinatie en nauwe synergieën met rampenrisicovermindering/-beheer (bv. verslag over aanpassing aan de klimaatverandering en rampenrisicovermindering in Europa).
- De respons op klimaateffecten moet prioriteit krijgen, bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan sectoren die het zwaarst door het weer en het klimaat worden getroffen, sectoren met een lange levensduur of gevolgen, sectoren waar aanzienlijke investeringen of hoge waarden in het geding zijn, of sectoren waar steun voor kritieke nationale infrastructuur in het geding is.
- Aanpassing moet worden afgestemd op de schaal die nodig is voor de uitdaging van de klimaatverandering (bv. nationaal/regionaal/lokaal/sectoraal/grensoverschrijdend)– oplossingen moeten worden aangepast aan individuele situaties, waarbij ook rekening moet worden gehouden met verantwoordelijkheden en financiering.
- Aanpassing moet flexibel zijn – hoewel er nog steeds onzekerheid bestaat over het toekomstige klimaat, moeten er nu op bepaalde gebieden (bv. in sectoren met langetermijnplanningshorizons) opties worden overwogen en beslissingen worden genomen die gemakkelijk kunnen worden aangepast. Daarom moet de waarde van no/low regrets en win-win aanpassingsopties in termen van kosteneffectiviteit en meerdere voordelen worden erkend, evenals de waarde van een gefaseerde aanpak van aanpassing.
- Aanpassing moet transparant zijn – de effecten en kosten van verschillende aanpassingsopties moeten volledig worden gecommuniceerd, zowel op korte als op lange termijn, en er moet zoveel mogelijk details worden verstrekt. Aanpassingsbeslissingen zijn ook waardebeladen, bijvoorbeeld met betrekking tot het te aanvaarden risiconiveau. Daarom is het van essentieel belang dat besluiten en toewijzingen van middelen transparant worden gemaakt om tot eerlijke en evenwichtige oplossingen te komen.
- De doeltreffendheid, efficiëntie, billijkheid en legitimiteit van adaptatiebesluiten voortdurend evalueren om deze geleidelijk te verbeteren op basis van de ontwikkeling van bewijsmateriaal en kennis over de gevolgen van klimaatverandering. Dit vereist monitoring en herevaluatie van risico's en van aanpassingsbeleid/-maatregelen.
Language preference detected
Do you want to see the page translated into ?