European Union flag
Grootschalige boshersteloplossingen voor weerbaarheid tegen meerdere klimaatstressoren in Noordrijn-Westfalen, Duitsland

© Christoph Henschel

In Noordrijn-Westfalen (NRW) werd sinds 2018 ongeveer 145.000 ha sparrenbos beschadigd door wind, droogte en daaropvolgende plaaginvasie. Deze milieuramp toont aan dat het absoluut noodzakelijk is om multifunctionele en aan het klimaat aangepaste bossen tot stand te brengen. Om dit doel te bereiken, onderhoudt het NRW SUPERB-projectdemonstratiegebied verschillende demosites in de getroffen regio, die nieuwe inzichten zullen bieden over geschikte vormen van bosherstel.

SUPERB (Systemic solutions for upscaling of urgent ecosystem restoration for forest-related biodiversity and ecosystem services) is een project van 20 miljoen euro dat wordt gefinancierd door het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de EU in het kader van de Europese Green Deal om duizenden hectaren boslandschappen in heel Europa te herstellen en de aanpassing aan verschillende uitdagingen en stressfactoren die klimaatverandering in petto heeft, te verbeteren. Door het integreren van praktische en wetenschappelijke kennis om te zetten in actie en het opbouwen van een groot en krachtig multi-stakeholder netwerk, creëert SUPERB transformatieve verandering naar grootschalig herstel. Deze casestudy richt zich op het NRW-demonstratiegebied voor bosherstel (NRW-demogebied), gelegen in West-Duitsland, met zeven demosites. Het gebied wordt gedomineerd door Noorwegen sparrenbos. Sinds 2018 is ongeveer 145 000 ha sparrenbos beschadigd door wind, droogte en daaropvolgende uitbraken van de Europese sparrenschorskever. Deze grootschalige terugval van bossen is een grote uitdaging en het herstel van ecosysteemdiensten zoals houtproductie, koolstofopslag, voorziening van biodiversiteit (met name in grote Natura 2000-gebieden), recreatie en toerisme, watervoorziening en luchtzuivering is een absolute noodzaak.

Casestudy Beschrijving

Uitdagingen

De deelstaat Noordrijn-Westfalen is de dichtstbevolkte deelstaat van Duitsland, die het grootste stedelijke gebied van Duitsland omvat, het grootstedelijk gebied Rijn-Ruhr. De regio groeide aanzienlijk sinds het midden van de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie. Het gebied werd gekenmerkt door zware industrie, met name kolen- en ijzerwinning. De omschakeling van houtskool naar zwarte steenkool als belangrijkste energiebron veranderde de eisen aan het bos. De behoefte aan kuilhout nam toe, waardoor in deze regio, die van nature bedekt was met loofbossen, voornamelijk coniferenstands werden opgericht die bestonden uit sparren (Piceaabies) enSchotse dennen (Pinussylvestris).

Het demogebied wordt gedomineerd door Noorse sparrenbossen. Sinds 2018 is echter ongeveer 145 000 ha sparrenbos (~15,5 % van het totale bosoppervlak, ~52 % van het sparrengebied) beschadigd door wind, droogte en daaropvolgende uitbraken van de Europese sparrenschorskever (Ipstypographus)in de door bossen gedomineerde landschappen in Noordwest-Wales. De uitbraken van de schorskever leidden tot wijdverspreide bergingsstekken die het landschap en de bossen drastisch veranderden met een grote impact op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Spruce dieback gaat door en zal naar verwachting verder uitbreiden naar grotere hoogten. De belangrijkste bodemtypen in deze regio zijn (deels ondiepe) bruine aarde, nutriëntarme podsols en pseudogleys beïnvloed door wateroverlast, die niet bijzonder geschikt zijn voor sparren en het bos kwetsbaarder maken voor klimaatverandering. Terwijl op lagere hoogten de omstandigheden op het terrein zich grotendeels buiten de fysiologische droogte- en hittegrenzen van sparren bevinden, kan het op hogere hoogten nog steeds in mengsels met andere soorten worden geteeld.

Een van de belangrijkste uitdagingen is de grootschalige terugval van de Noorse spar en de noodzaak om ecosysteemdiensten zoals houtproductie, koolstofopslag, biodiversiteitsvoorziening (met name in grote Natura 2000-gebieden), recreatie en toerisme, watervoorziening en luchtzuivering te herstellen. Bij het herstelproces moeten verschillende overheidsinstanties en openbare financiële steun betrokken zijn. Het moet ook de selectie van klimaataangepaste soorten en genotypen overwegen en ervoor zorgen dat de gewenste bosbouwkundig teeltmateriaal van voldoende kwaliteit beschikbaar is. Bovendien moeten de acties ook gericht zijn op het aanpakken van de controverse over hersteldoelstellingen, zoals het bespreken van contrasterende verwachtingen ten aanzien van bossen in de samenleving met groepen belanghebbenden, en op het communiceren van het cruciale belang van verminderde druk op het surfen op het wild met lokale jagers.

De sites in het demogebied zijn eigendom van verschillende partijen, waaronder de Staatsbosdienst van Noordrijn-Westfalen, gemeentelijke boseigenaren in Arnsberg, Gevelsberg en Bad Laasphe, een bossamenwerking van kleine boseigenaren (FBG Calle), een groot privébos dat wordt beheerd door Salm-Salm & Partners en kerkbossen in Wipperfürth. Deze heterogeniteit kan worden gezien als een goede proeftuin voor de geschiktheid van het bosherstelconcept voor verschillende soorten boseigenaren.

Herbebossingsinspanningen bevinden zich in een vroeg stadium. De druk om te handelen is enorm: de terugval van bossen is in sommige regio’s zo groot dat een tekort aan hulpbronnen (aanplantmateriaal, geschoold personeel enz.) een volledige en tijdige herbebossing in de weg staat. Veel boseigenaren zijn financieel niet in staat om herbebossing te beheren zonder hulp (subsidies werden toegekend door de staat, maar die dekken mogelijk niet alle kosten), omdat hun inkomensbasis verloren is gegaan als gevolg van de grootschalige calamiteit en de daaropvolgende ineenstorting van de houtmarktprijzen.

Beleid en juridische achtergrond

Op 22 juni 2022 heeft de Europese Commissie het voorstel voor de juridisch bindende wet inzake natuurherstel aangenomen (toen in juni 2024 door de Raad aangenomen), de eerste alomvattende wet in zijn soort op het hele continent. Het is een essentieel onderdeel van de EU-biodiversiteitsstrategie, waarin wordt opgeroepen tot bindende doelstellingen om aangetaste ecosystemen te herstellen, met name die met het grootste potentieel om koolstof af te vangen en op te slaan en om de gevolgen van natuurrampen te voorkomen en te verminderen.

De doelstelling voor de EU is om tegen 2030 ten minste 20 % van haar land- en zeegebieden te herstellen, met de toezegging om tegen 2050 alle ecosystemen in nood te herstellen.

Naast de Natuurherstelwet wordt herbebossing in NRW geregeld door de bos- en natuurbeschermingswetten. Juridische aspecten die in aanmerking moeten worden genomen voor de NRW-demoactiviteiten zijn de habitatrichtlijn en de daarmee verband houdende vereisten van het Natura 2000-netwerk van de EU, de Duitse boswet, de Waldstrategie 2050 (nationale bosstrategie) en de NRW-boswet. In dit laatste artikel wordt bepaald dat kaalkap en open gebieden van beschadigde bossen binnen twee jaar moeten worden herbebost of aangevuld. De verplichting om te herbebossen of aan te vullen omvat ook de verplichting om de aanplantingen en regeneratie in stand te houden en te beschermen. Voor de calamiteitengebieden van de bastkever wordt de herbebossingsverplichting verlengd tot 4 jaar.

Beleidscontext van de aanpassingsmaatregel

Case developed and implemented as a climate change adaptation measure.

Doelstellingen van de aanpassingsmaatregel

Het algemene doel is een gunstig klimaat te creëren voor en de haalbaarheid aan te tonen van grootschalig herstel van bossen en boslandschappen in heel Europa, dat beter kan worden aangepast aan toekomstige uitdagingen op het gebied van klimaatverandering. Bij de oplossingen moet strikt rekening worden gehouden met het potentieel van de gebieden (klimaat, bodemwater, nutriëntenbalans), rekening houdend met toekomstige klimaatscenario’s, alsook met het beginsel “vier boomsoorten” in een bosstand. Het beginsel van de vier boomsoorten heeft tot doel gemengde bossen klimaatbestendiger te maken. Volgens dit beginsel moet elke bosstand een mengsel van vier boomsoorten omvatten overeenkomstig de zogenaamde “bosontwikkelingstypen” (Waldentwicklungstypen, WET) van het Silviculture concept of NRW (Waldbaukonzept_nrw.pdf). Voor de mengsels worden combinaties van loof- en naaldsoorten en licht- en schaduwboomsoorten gebruikt. Het SUPERB-project werkt samen met diverse belanghebbenden om de verschillende verwachtingen voor de bossen en de hersteldoelstellingen te bespreken om brede maatschappelijke steun voor de herstelinspanningen te bevorderen.

De maatregelen zijn gericht op het herstel van ecosysteemdiensten zoals houtproductie, koolstofopslag, voorziening van biodiversiteit (met name in grote Natura 2000-gebieden), recreatie en toerisme, watervoorziening en luchtzuivering. Het herstelproces heeft tot doel verschillende overheidsinstanties en openbare financiële steun te betrekken. Het moet ook de selectie van klimaataangepaste soorten en genotypen overwegen en ervoor zorgen dat het gewenste bosbouwkundig teeltmateriaal in voldoende kwaliteit beschikbaar komt. Bovendien zijn de acties ook bedoeld om de controverse over streefdoelen voor bosherstel aan te pakken, zoals verschillende verwachtingen van groepen belanghebbenden ten aanzien van het gebruik van de bossen, en om het cruciale belang van verminderde druk op het surfen op herten met lokale jagers te communiceren. De acties die in de NRW-demonstratielocaties worden uitgevoerd, zijn gericht op het vergroten van de vitaliteit en stabiliteit van de stands en op het minimaliseren van toekomstige uitbraakrisico's.

De doelstellingen van het SUPERB-project in het algemeen zijn hier te vinden.

Oplossingen

In het NRW-demogebied zijn de acties gericht op bosdiversificatie en ecosysteemherstel, waarbij gebruik wordt gemaakt van combinaties van herbeplanting (meer dan 30-70% van het oppervlak van elk perceel) en natuurlijke regeneratie voor het resterende deel. In elke demonstratielocatie worden ten minste vier verschillende soorten geselecteerd voor herbebossing. Pioniersoorten zijn opgenomen, indien van toepassing. Herstelacties tonen de oprichting aan van veerkrachtige gemengde soortenstands in gebieden die sinds 2018 zijn getroffen door uitbraken van schorskevers.

Herstelaanpak

Bij het herstel van bossen in Noordwest-Wales werden de volgende beginselen in aanmerking genomen:

  • Kunstmatige regeneratie vereist selectie van zaadafkomsten en plantaardig materiaal dat voldoet aan de regelgeving.
  • Er moet geschikt teeltmateriaal, bosbouwpersoneel en bosbouwarbeid beschikbaar zijn. In deze casestudy was meestal geschikt voortplantingsmateriaal beschikbaar. In enkele gevallen moest worden gekozen voor een alternatieve boomsoort of een alternatieve herkomst, waardoor sommige activiteiten vertraging opliepen.
  • Er moet rekening worden gehouden met bodembescherming (bv. er mag tijdens de voorbereiding van de locatie niet over grote gebieden worden gereden en bodemerosie en de uitvoer van nutriënten moeten tot een minimum worden beperkt). Over het algemeen werd opde aangeplante plaatsende bodembereiding uitgevoerd. Alleen voor de hydrosuspension-zaaiproef werd een kleine maaier gebruikt om het gras te verwijderen. De gronddruk van de maaier is minder dan 200 (g/cm2).

  • Onbevlekte wildpopulaties moeten worden aangepast. Alle sites moeten worden omheind of beschermd door boomschuilplaatsen voor het project. Bij de aanleg van de bosstanden wordt rekening gehouden met de jachtinfrastructuur.

  • Sociale ecosysteemdiensten van bossen in stedelijke gebieden (bv. recreatie) moeten worden overwogen om sociale acceptatie te waarborgen.

  • Evenwichtig gebruik van licht veeleisende en schaduwtolerante boomsoorten en een mix van loof- en naaldboomsoorten zorgen het hele jaar door voor een gevarieerde bosbeleving voor bezoekers.

  • De financiële mogelijkheden van de bosbedrijven bepalen de randvoorwaarden voor het herstelontwerp.

  • Het besluitvormingsproces moet worden ondersteund met behulp van beschikbare bosbeheerinstrumenten (bv. bosbouwconcept, Waldinfo.NRW - Startseite - website) en de meest recente wetenschappelijke bevindingen en aanbevelingen.

Voor elke bosstand die moet worden hersteld, een van de verschillende vooraf gedefinieerde bosontwikkelingstypen (Duits: Waldentwicklungstyp - WET) werd gekozen als referentie, op basis van de huidige locatieomstandigheden (nutriënten, waterregime) en toekomstige veranderingen die worden verwacht in verschillende klimaatscenario's (RCP 4.5 of RCP 8.5). Elke WET is een mengsel van vier boomsoorten dat bestaat uit: i) een hoofdboomsoort (50-70 %), één extra boomsoort (20-40 %) en iii) twee secundaire soorten. Een voorbeeld voor WET 12 is:

  • Quercus petraea (essieleik), belangrijkste soorten

  • Fagus sylvatica (gemeenschappelijke beuk),aanvullende soorten

  • Tilia cordata (winterkalkboom), secundaire soorten

  • Castanea sativa (zoete kastanje), secundaire soorten

Meer informatie over de WET's en specifieke boomsoorten die op de verschillende NRW-demosites worden gebruikt, is te vinden in het werkplan van het SUPERB-project in deel 3.

Daarnaast werden voor elke restauratielocatie twee referentiestands vastgesteld, waar natuurlijke regeneratie is toegestaan. Eén referentiestandaard was omheind en één was zonder bescherming.

Om het effect van de restauratiewerkzaamheden te kunnen evalueren, werden een eerste beoordeling en een monitoring van de restauratielocaties uitgevoerd.

Eerste beoordeling van restauratielocaties

Het doel van de initiële bosinventaris is de toestand van de resterende bosbomen, dood hout en eventueel kruidlaag vóór de herstelmaatregelen te beschrijven, als referentie om het succes en het falen van de maatregelen inzake de diversiteit en functies van ecosystemen te beoordelen. De waarnemingen worden uitgevoerd en geregistreerd op perceelschaal. Het steekproefontwerp werd op de herstelde gebieden gelegd die verscheidene aspecten van de tribunestructuur omvatten.

In de initiële inventarisatie werden de volwassen bomen, jonge boompjes en zaailingen gemeten (gemalen vegetatie-inventaris van niet-boomsoorten en dood hout).

Toezicht

In 2024 en 2025 zal een andere op percelen gebaseerde inventarisatie worden uitgevoerd om het succes van natuurlijke regeneratie te evalueren. Het omvat het identificeren van oorzaken van boomsterfte en het beoordelen van de kwaliteit van de biodiversiteit. De rijkdom en abundantie van de kruidenlaagsoorten wordt beoordeeld. Daarnaast worden gegevens over niet-boomsoorten verzameld met behulp van een van 's werelds meest populaire natuurapps (iNaturalist-app), om burgerwetenschappelijke verificatie van de soortenidentificatie mogelijk te maken.

In 2023 vond op geselecteerde inventarispercelen één enkele beoordeling van koolstof in de bodem en biologische activiteit/diversiteit in de bodem plaats. Microbiële biomassa, functionele katabole diversiteit, fijne wortelbiomassa, pH, koolstofconcentratie en bulkdichtheid werden gekwantificeerd. Voor de micro-organismeanalyse werden bodemmonsters tot 15 cm en voor de chemische analyse bodemmonsters tot 80 cm genomen.

Aanvullende details

Participatie van belanghebbenden

In de loop van het SUPERB-project werd een reeks activiteiten voor de betrokkenheid van belanghebbenden uitgevoerd.

In kaart brengen van belanghebbenden op demoniveau. In maart en begin april 2022 werd een eerste inventarisatie uitgevoerd van de belanghebbenden die getroffen waren door de restauratiewerkzaamheden op de demolocatie.

Een reeks van co-creatieve stakeholder workshops. Gedurende de projectperiode (2022-2025) worden de volgende 3 cocreatieve workshops met belanghebbenden gehouden:

  • De visie- en ontwerpworkshop vond plaats in september 2022, waarin de demoleiders met representatieve belanghebbenden de restauratievisie, -doelen en -werkplannen van demo informeren en medebeslissen.

  • De uitvoeringsworkshop vond plaats in mei 2024, waarin de demoleiders representatieve belanghebbenden over het huidige project raadplegen. Voorts werd de herziening van het herbebossingsconcept van NRW gepresenteerd om feedback van de deelnemers te krijgen. De tweede workshop voor belanghebbenden omvatte ook een workshop over publieksbetrokkenheid in de namiddag met een excursie om ook niet-bosbouwdeskundigen aan te trekken.

  • De evaluatie- en opschalingsworkshop is gepland voor mei 2025, waarin representatieve belanghebbenden zullen worden betrokken om de behaalde demoherstelresultaten te evalueren en aanbevelingen te doen voor het opschalen van herstelpraktijken.

Naast de gemeenschappelijke SUPERB-workshops voor belanghebbenden werd in mei 2024 in het demogebied van de NRW nog een gericht evenement voor belanghebbenden georganiseerd om uiteenlopende perspectieven op de selectie van soorten bij bosherstel na terugval van sparren in Natura 2000-gebieden te bespreken. Tot slot konden de belanghebbenden tijdens een excursie naar de SUPERB-demolocaties in het staatsbos van Arnsberg de lokale boswachter ontmoeten en werden zij geïnformeerd over welke bosstands op welke locaties zullen worden opgericht.

Co-ontwikkeling en implementatie van een stakeholder engagement strategie voor elke demo. In augustus-september 2022 heeft het NRW-demoproject de eerste versie van zijn strategie voor de betrokkenheid van belanghebbenden opgesteld. De strategie legt uit hoe de demo in de loop van het project in contact komt met het volledige scala aan verschillende belanghebbenden. Daarin werden verschillende soorten boseigenaren en bosbeheerders geïdentificeerd als belangrijke actoren die betrokken zijn bij de herstelactiviteiten. Andere belanghebbenden met grote belangstelling voor de restauratie zijn beleidsmakers en regulerend personeel van agentschappen, jagers, boomkwekerijen, actoren in de waardeketen van bossen, milieu-ngo's en bosbezoekers.

In de strategie werd een visie ontwikkeld op de betrokkenheid van belanghebbenden en de betrokkenheid van de gemeenschap, waarin specifieke reeksen voorgestelde betrokkenheidsactiviteiten worden beschreven, bijvoorbeeld: i) Opleiding voor bosbeheerders (opleiders in de bosbouw), ii) Rondleidingen met natuurbeschermingsorganisaties, iii) Rondleidingen met boseigenaren, jagers enz., iv) Rondleidingen met scholen (Forest Youth Centre Arnsberger Wald) en voor het grote publiek.

Succes en beperkende factoren

De uitvoering van herstelactiviteiten profiteert van een algemene consensus over hersteldoelstellingen. In een workshop met belanghebbenden werd gemakkelijk een gemeenschappelijk begrip van het restauratieconcept bereikt, zonder controversiële feedback, aangezien het al vóór het SUPERB-project met betrokkenheid van belanghebbenden was ontwikkeld. De belanghebbenden waren het erover eens dat klimaatbestendige bossen en de verspreiding van risico’s met betrekking tot de keuze van boomsoorten nodig zijn. Bovendien worden alle herstelmaatregelen in detail uitgewerkt in samenwerking met de landeigenaren of de bosbeheerders die de landeigenaren vertegenwoordigen. Deze feedback van belanghebbenden, die een groot economisch belang hebben in het bos, moet zorgvuldig worden overwogen voor de toekomstige opschaling van de benaderingen van de testlocatie naar het demonstratiegebied.

Er werden drie belangrijke beperkende factoren vastgesteld:

Beperkte reactie van belanghebbenden op de definitie van hersteldoelstellingen. Hoewel de eerste workshop succesvol was in het mobiliseren van een diverse groep belanghebbenden die geïnteresseerd waren in bosherstel en die graag betrokken wilden zijn, waren bepaalde soorten belanghebbenden ondervertegenwoordigd. Bijvoorbeeld, niemand die recreatief gebruik van het bos vertegenwoordigde, woonde de workshop bij. Bovendien vonden sommige belanghebbenden dat ze vanwege hun gebrek aan kennis geen bijdrage konden leveren aan de workshop. Het opsplitsen van de betrokkenheid van belanghebbenden in bosdeskundigen en niet-bosdeskundigen zou een oplossing kunnen zijn en een meer inclusieve en gerichte discussie mogelijk maken.

Tegenstrijdige hersteldoelstellingen in Natura 2000-gebied. Op één demolocatie kon het oorspronkelijke herstelplan niet worden uitgevoerd omdat het niet door de natuurbeschermingsautoriteiten was goedgekeurd. De juridische situatie laat ruimte voor interpretatie. De natuurbeschermingsautoriteit interpreteert het landschapsplan voor het gebied zodanig dat alleen bosstanden die gedomineerd worden door Europese beuken en met Luzulo-Fagetum geassocieerde boomsoorten op calamiteitengebieden in Natura 2000-gebieden mogen worden aangelegd. Deze strategie verwijst naar de (verleden) potentiële natuurlijke vegetatie (Tüxen, 1957). Dit wordt gezien als een beperkende factor voor het aanpassen van bossen aan een onzekere toekomst. Klimaatadaptatie vereist namelijk de aanleg van gemengde bossen met soorten die zijn aangepast aan de nieuwe omstandigheden van het gebied als gevolg van de klimaatverandering in plaats van één dominante soort. Deze kwestie moet verder worden aangepakt voor toekomstige herstelplannen.

Hertenbeheer. Hertenbeheer is een belangrijke factor als het gaat om succesvolle bosregeneratie, ook voor het NRW-demogebied. Zwaar bladeren door scheuten, bladeren en knoppen en schade door rafelen en schorsstrippen kunnen het herstel van bossen bedreigen. Hoge hertenpopulaties leiden tot een stijging van de kosten voor boseigenaren als gevolg van extra kosten voor beschermingsmaatregelen en verlies van inkomsten uit de verkoop van hout. Vooral als het jachtrecht wordt verhuurd, is het belangrijk om in de huurovereenkomst bosbouwdoelen te stellen. Herten zullen geschikte habitats vinden op de calamiteitengebieden. Er zal een aanzienlijke toename zijn van de beschikbaarheid van voedsel en dekking voor herten. Daarom is het belangrijk om de jachtinfrastructuur op te nemen in de herbebossingsplannen. Uitdagingen van herbebossing als gevolg van sikaherten werden besproken met belanghebbenden: ondanks de intensieve jacht op sikaherten is het niet mogelijk boomsoorten zoals eik of zilverspar vast te stellen, die vatbaar zijn voor doorbladering – als ze niet worden beschermd door omheiningen of schuilplaatsen voor groei. Een van de conclusies van de discussie was dat game control een probleem blijft voor bosherstel in het NRW-demogebied.

Kosten en baten

SUPERB wordt gefinancierd door het kaderprogramma Horizon 2020 van de Europese Commissie onder het thema “Herstel van biodiversiteit en ecosysteemdiensten” van de oproep “Bouwen aan een koolstofarme, klimaatbestendige toekomst: Onderzoek en innovatie ter ondersteuning van de Europese Green Deal (H2020-LC-GD-2020)”.

De totale kosten bedragen 20 248 122,32 EUR, waarvan de EU-bijdrage 1 996 256,25 EUR bedraagt.

De restauratiekosten bestaan uit directe kosten van diverse restauratiewerkzaamheden uitgevoerd op demo-sites. De directe kosten zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals de voorbereiding van de locatie (bv. grondvoorbereiding - ploegen, verwijdering van de bovengrond), materialen (bv. houten polls voor hekken, heknet), planten (bv. kosten van zaden, zaailingen, jonge boompjes) en arbeidskosten (bv. persoonskosten voor bodemvoorbereiding, aanplant, plaatsing van hekken, onderhoud zoals wieden).

Gemengde bossen met bomen die verschillende vereisten voor licht hebben, zullen waarschijnlijk een arbeidsintensiever beheer vereisen in vergelijking met opstanden van enkele soorten van gelijke leeftijd.

Op een perceel van 10 000 m2 liggen de kosten voor herbebossing met loofdominantie (Mixed-oak-forest) over een oppervlakte van 7 000 m2, waardoor natuurlijke regeneratie voor de resterende 3 000 m2 overblijft, tussen 13 000 en 17 700 EUR. De kosten voor herbebossing met naaldbomendominantie (Mixed-Douglas-fir-forest) liggen tussen 8 400 en 13 100 EUR. Deze kosten omvatten plantmateriaal, aanplant, verzorging en omheining gedurende een periode van 10 jaar (SUPERB Restoration Workplan).

De economische voordelen van herstel in termen van houtoogst zullen pas over 30 jaar tastbaar worden, aangezien bossen grotendeels zijn beschadigd en herbebossing tijd kost voordat bomen afmetingen hebben bereikt voor verhandelbaar hout. Andere verwachte bosecosysteemdiensten die zullen worden verbeterd door herbebossingsactiviteiten, hoewel niet specifiek gekwantificeerd, zijn: klimaatregelgeving; waterregulering en -voorziening; erosiebestrijding; habitatvoorziening; en recreatie.

De uiteindelijke totstandbrenging van een gemengd bos zal naar verwachting beter bestand zijn tegen grote calamiteiten en zo de instandhouding van continue bosmicroklimaten ondersteunen en herhaling van grote ontruimde gebieden voorkomen.

Implementatie tijd

De bosherstelmaatregelen werden uitgevoerd tussen het najaar van 2022 en het voorjaar van 2024, terwijl het onderhoud, voornamelijk de reiniging van concurrerende vegetatie, aan de gang is. De selectie en planning van de specifieke herstelmaatregelen duurde maximaal een jaar. Schermen en planten werden voltooid in minder dan een maand per demonstratielocatie. Het onderhoud omvat continue hekcontrole en regelmatige mechanische reiniging van concurrerende vegetatie (een of twee keer per jaar, afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse).

Levensduur

De interventies hebben een onbepaalde levensduur. Voortdurend beheer van de bosstands is belangrijk om een aangepast gemengd bos in stand te houden dat alle ecosysteemdiensten kan leveren. Om de doelstellingen te bereiken, worden beheersmaatregelen toegepast in overeenstemming met het bosbouwconcept van de NRW, zoals het reguleren van het boommengsel en het verdunnen. Er zijn overeenkomstige beheersaanbevelingen voor elk type bosontwikkeling, gedifferentieerd naar pre-thicketfase, thicketfase, kwalificatiefase en dimensioneringsfase, evenals de rijpheids- en regeneratiefase.

Referentie-informatie

Contact

Zentrum für Wald und Holzwirtschaft (zwh@wald-und-holz.nrw.de)
Catharina Schmidt (catharina.schmidt@wald-und-holz.nrw.de)

Referenties

SUPERB (2022), mijlpaal 5.1. Methodologisch kader voor de beoordeling van beleidscoherentie. https://forest-restoration.eu/wp-content/uploads/2022/05/SUPERB-M5.1-Methodological-Framework-for-assessment-of-policy-coherence.pdf

SUPERB (2022), Noord-Rijnland-Westfalen, Duitsland. Restauratie Workplan.https://forest-restoration.eu/wp-content/uploads/2023/02/Workplan_North-Rhine-Westphalia_Germany_V1.0.pdf

SUPERB (2023), Eerste beoordeling van de situatie. Beoordelingsverslagen voor 12 demogebieden. https://forest-restoration.eu/wp-content/uploads/2022/05/D7.3_Baseline_assessment_reports_final.pdf

SUPERB (2023), beleidsnota mei 2023. Beleidsaanbevelingen van SUPERB voor de EU-wet inzake natuurherstel. https://forest-restoration.eu/wp-content/uploads/2022/05/Nature-Restoration-Law_PolicyBrief-1.pdf

SUPERB (2023), mijlpaal 5.3. Percepties van de voordelen van bosecosystemen en bosherstel in Europa. https://forest-restoration.eu/wp-content/uploads/2022/05/SUPERB-M5.3_Perceptions-of-forest-ecosystem-benefits-and-forest-restoration-in-Europe.pdf

Gepubliceerd in Climate-ADAPT: Oct 1, 2025

Please contact us for any other enquiry on this Case Study or to share a new Case Study (email climate.adapt@eea.europa.eu)

Language preference detected

Do you want to see the page translated into ?

Exclusion of liability
This translation is generated by eTranslation, a machine translation tool provided by the European Commission.