European Union flag

Beschrijving

Bossen staan onder toenemende druk. Vooral in Midden-Europa worstelen sparrenbossen met uitbraken van schorskevers en in de Middellandse Zee leggen droogtes, bosbranden en veranderingen in landgebruik de nadruk op ecosystemen. Hittegolven en droogtes verzwakken bomen, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor insectenplagen en verstoringen. Dergelijke verstoringen zijn wind en vuur, die de afgelopen 70 jaar frequenter en intenser zijn geworden. Hoewel veranderingen in landgebruik de grootste bedreiging blijven, wordt verwacht dat klimaatverandering in de nabije toekomst het grootste risico voor de gezondheid van bossen zal worden.

Verschillende technieken voor bosbeheer kunnen worden toegepast als aanpassingsstrategie om bossen te beschermen tegen de nadelige gevolgen van klimaatverandering. Deze kunnen ook goed aansluiten bij regionale beheersstrategieën voor bosontwikkeling.

Strategieën om bossen te beschermen tegen brandrisico's kunnen het volgende omvatten:

  • Groene brandblussers: Het aanbrengen van stroken brandwerende vegetatie kan de verspreiding van bosbranden vertragen of voorkomen.
  • Voorgeschreven branden : Het uitvoeren van gecontroleerde branden onder veilige omstandigheden kan de accumulatie van ontvlambaar materiaal verminderen, waardoor het risico op grotere, oncontroleerbare branden wordt verlaagd.
  • Beheerde begrazing: Het gebruik van vee om te grazen op kreupelhout helpt overtollige vegetatie te verminderen, wat de verspreiding van bosbranden kan voorkomen. Als alternatief voorkomt het houden van vee het grazen op nieuwe bomen, waardoor de regeneratie van bossen wordt gewaarborgd.
  • Vuurvaste soorten: Het planten van soorten met een hogere brandweerstand in gebieden die gevoelig zijn voor bosbranden, kan het algehele brandrisico verminderen.

Strategieën om bossen te beschermen tegen zowel uitbraken van plagen als brandrisico's zijn onder meer:

  • Verdunnen: Het verminderen van de boomdichtheid vermindert de concurrentie voor hulpbronnen zoals licht, water en voedingsstoffen, wat de veerkracht van bomen tegen droogte en uitbraken van plagen helpt versterken. Het vermindert ook het brandrisico door brandstofbelastingen te verlagen, waardoor grote ongecontroleerde branden worden voorkomen.
  • Selectief loggen: Zorgvuldig kiezen welke bomen moeten worden geoogst, kan de bosstructuur, biodiversiteit en koolstofopslag behouden en tegelijkertijd regeneratie bevorderen.
  • Geassisteerde migratie: Het verplaatsen van boomsoorten naar regio’s waar het klimaat meer geschikt wordt voor hun groei, zorgt voor veerkracht van bossen naarmate de omstandigheden veranderen.
  • feromoonvallen : Feromoonvallen kunnen insectenpopulaties monitoren of vangen en het management informeren over de optimale timing en intensiteit van bestrijdingsmaatregelen.
  • Verwijderen van aangetaste bomen en stammen: Tijdige verwijdering of behandeling van (vilten) aangetaste stammen kan voorkomen dat insectenplagen of ziekten zich verspreiden naar levende, niet-besmette bomen.

De bovengenoemde strategieën kunnen worden opgenomen in de aanpassing van de brandbeheerplannen. Daarnaast zijn andere aanpassingsopties van Climate-ADAPT, die gericht zijn op het behoud van belangrijke bosfuncties zoals bodemerosiebestrijding en beperking van overstromings- en droogterisico’s, ook gekoppeld aan deze optie:

  • Agrobosbouw: De integratie van bomen in landbouwgebieden kan de biodiversiteit verbeteren, de bodemgezondheid verbeteren en alternatieve inkomstenbronnen bieden. Ze vergroten ook de weerbaarheid tegen extreem weer, droogte of plotselinge overstromingen door het verhogen van het vasthouden van bodemwater. Er zijn aanwijzingen dat boslandbouw kan helpen bosbranden in Europese mediterrane landen te verminderen (Damianidiset al. 2021).
  • Riparische bufferzones : Het planten van stroken vegetatie langs waterwegen om erosie te voorkomen, de waterkwaliteit te verbeteren en de temperaturen en vochtniveaus in de omliggende bossen te stabiliseren.

Aanpassingsdetails

IPCC-categorieën
Structureel en fysiek: op ecosystemen gebaseerde aanpassingsopties
Participatie van belanghebbenden

Participatie van belanghebbenden is van vitaal belang voor het succes van bosbeheerstrategieën bij de aanpassing aan de klimaatverandering. Het betrekken van lokale gemeenschappen, landeigenaren, overheden, ngo's, bosverenigingen, bosadviescentra en bedrijven zorgt ervoor dat strategieën goed afgerond, duurzaam en afgestemd op lokale behoeften zijn. Hieronder vindt u een overzicht van de rollen van belanghebbenden in verschillende strategiegroepen:

  • Brandpreventie (Green Firebreaks, Prescribed Burning, Managed Grazing): Samenwerking met lokale gemeenschappen, boeren en brandweer is essentieel om vegetatie strategisch te beheren, brandrisico's te verminderen en veilige, effectieve praktijken te waarborgen.
  • Bosbeheer (selectieve houtkap, verdunning, brandbestendige soorten, feromonenvallen en besmette houtverwijderingen): Bosbeheerders, milieu- en bosverenigingen en lokale landeigenaren moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat selectief oogsten, uitdunnen en plagenbeheer worden uitgevoerd op een manier die de gezondheid van bossen in stand houdt en economische belangen tegen elkaar afweegt.
  • Soortenbeheer (ondersteunde migratie, agrobosbouw): Het betrekken van lokale belanghebbenden bij ondersteunde migratie- en boslandbouwprojecten bevordert het rentmeesterschap op lange termijn. Overheden, bosverenigingen, ngo's en wetenschappers kunnen technische en financiële ondersteuning bieden, terwijl betrokkenheid van de gemeenschap zorgt voor goed onderhoud en relevantie voor lokale ecosystemen.

Het betrekken van belanghebbenden zorgt ervoor dat bosbeheerstrategieën zijn afgestemd op de lokale omstandigheden, waardoor de veerkracht op lange termijn en de betrokkenheid van de gemeenschap bij initiatieven op het gebied van de gezondheid van bossen worden bevorderd.

Verschillende Europese initiatieven benadrukken het belang van de deelname van belanghebbenden aan duurzaam bosbeheer om de gevolgen van klimaatverandering, bosbranden en andere bosverstoringen te beperken. In Portugal bijvoorbeeld (casestudyViseu Dão Lafões), voerde een gezamenlijke inspanning van lokale gemeenschappen, bosbeheerders en overheidsinstanties veebegrazing en voorgeschreven verbranding uit om het risico op bosbranden te verminderen. Deze methoden zijn ontwikkeld in samenwerking met lokale boeren en brandweerlieden en maken gebruik van grazende dieren om kreupelhout en vegetatie op natuurlijke wijze te verminderen, waardoor brandwerende zones worden gecreëerd.

Evenzo worden in België (casestudySonian forest) soortenselectie en selectieve houtkap gebruikt om de vegetatie te beheren en het risico op bosbranden te verminderen. Overheden, bosbeheerders, wegen en gemeenten werken samen om ecologische gezondheid in evenwicht te brengen met economische belangen. Deze benaderingen laten zien hoe actieve deelname van verschillende belanghebbenden - gemeenschappen, overheidsinstanties en landeigenaren - duurzaam bosbeheer in Europa kan bevorderen.

Succes en beperkende factoren

Beperkingen

Verdunning, herbebossing en agroforestry vereisen aanzienlijke financiële middelen voor arbeid, uitrusting en regelmatig beheer. Hoewel selectieve houtkap beter is voor het milieu, is het vaak minder winstgevend dan kaalkap, waardoor het minder aantrekkelijk is voor houtbedrijven. Beheerde begrazing brengt ook extra kosten met zich mee, zoals het verplaatsen en onderhouden van vee. Ten slotte kan de aanleg van brandhaarden duur zijn, vooral in gebieden met concurrerend landgebruik, waardoor de wijdverbreide toepassing ervan vaak wordt beperkt. Sommige lacunes in de wetgeving kunnen ook de uitvoering van sommige maatregelen belemmeren. De voorgeschreven verbranding moet bijvoorbeeld op nationaal of regionaal niveau naar behoren worden gereguleerd, terwijl aanpassingen van de jachtvoorschriften nodig kunnen zijn om het browsen in gebieden waar herbebossingsactiviteiten zijn begonnen, te beheren.

Wanneer deze strategieën zonder de juiste kennis en deskundigheid worden uitgevoerd, kunnen ze lokale ecosystemen verstoren en de biodiversiteit schaden. Voorgeschreven verbranding en selectieve houtkap kunnen bijvoorbeeld habitats en wilde dieren tijdelijk verstoren. Evenzo kunnen verdunningsoperaties kritiek krijgen van milieuverenigingen die zich zorgen maken over verstoringen van ecosystemen. De invoering van niet-inheemse soorten voor geassisteerde migratie kan aanleiding geven tot bezorgdheid over de milieueffecten. De introductie van brandwerende soorten of geassisteerde migratie kan het ecosysteemevenwicht veranderen, wat kan leiden tot invasieve soorten of monoculturen die de biodiversiteit verminderen. Overbegrazing in beheerde begrazingssystemen kan leiden tot bodemdegradatie, erosie en habitatverlies. Slecht beheerde herbebossingsinspanningen kunnen er mogelijk niet in slagen de oorspronkelijke ecologische diversiteit te herstellen, in plaats daarvan gericht op een beperkt aantal soorten. Dit alles kan cascade-effecten hebben op de werking van het ecosysteem.

Veel van deze strategieën vereisen continu management, deskundig personeel en economische middelen. Brandhaarden, bufferzones en verdunning hebben regelmatig onderhoud nodig om effectief te blijven, terwijl bossen na verloop van tijd opnieuw zullen groeien, waardoor periodieke interventie nodig is. Bovendien kan de infrastructuur die nodig is om activiteiten uit te voeren zoals dunner worden of selectieve houtkap — zoals wegen en toegangspunten — habitats fragmenteren en extra risico’s met zich meebrengen. In afgelegen of moeilijk bereikbare gebieden worden deze logistieke uitdagingen nog groter. Ten slotte nemen veel van deze strategieën, met name herbebossing en de vestiging van nieuwe soorten, veel tijd in beslag voordat de voordelen ervan volledig zijn gerealiseerd. Daarom zijn langetermijninvesteringen nodig.

Publieke perceptie en regelgevingsobstakels zijn belangrijke belemmeringen voor het succes van deze strategieën. Voorgeschreven brandwonden, in het bijzonder, worden geconfronteerd met tegenstand als gevolg van zorgen over de veiligheid, luchtkwaliteit en het potentieel voor branden om uit de hand te lopen. Overheidsregels beperken of staan het gebruik van praktijken zoals voorgeschreven verbranding of gecontroleerde begrazing vaak niet toe. Dit bemoeilijkt de inspanningen om deze strategieën op grote schaal uit te voeren.

Successen

Het bosbrandpreventieprogramma van de Europese Unie ondersteunt lokale gemeenschappen bij het beheer van bossen om brandrisico’s te verminderen en tegelijkertijd werkgelegenheid te creëren. Door het verstrekken van financiering en opleiding heeft het programma de lokale bevolking met succes betrokken bij bosbouwactiviteiten die zowel economische ontwikkeling als brandpreventie bevorderen. Daarnaast zijn via het programma speciale middelen voor plattelandsontwikkeling beschikbaar. Deze fondsen kunnen beheerstrategieën ondersteunen die gericht zijn op het voorkomen van bosbranden en andere met klimaatverandering verband houdende bedreigingen voor de gezondheid van bossen.

Het implementeren van conserveringsmaatregelen kan wetenschappelijke, technische, politieke en private zakenpartners samenbrengen in een praktijkgemeenschap. In Italië bijvoorbeeld (casestudyover het Occhito-meer)verbonden inspanningen om de bossen rond het Occhito-meer te behouden verschillende gemeenten en gediversifieerde economische activiteiten, zoals ecotoerisme.

Om het succes van strategieën voor bosbehoud, zoals brandpreventie, soorten en bosbeheer, te waarborgen, moet aan een aantal belangrijke voorwaarden worden voldaan: i) preventiesystemen moeten worden geïntegreerd met andere bosbeheerinstrumenten; ii) er moeten voldoende middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van de strategie; iii) de gekozen strategieën moeten consequent worden gemonitord en aangepast; iv) een sterke samenwerking met belanghebbenden is van essentieel belang. Doeltreffende uitvoering van strategieën voor bosbehoud kan miljarden euro's besparen. Zij helpen schade door klimaatverandering te voorkomen, grootschalige branden en de vernietiging van bestaansmiddelen te voorkomen en de biodiversiteit en ecosysteemdiensten in stand te houden.

Kosten en baten

De strategieën die in deze aanpassingsoptie worden beschreven, worden in toenemende mate erkend voor hun vermogen om de veerkracht van bossen te verbeteren, de biodiversiteit te vergroten en het risico op bosbranden te beperken, in het licht van de aanhoudende klimaatverandering in Europa. Deze aanpassingsstrategieën dragen ook bij tot het behoud van de koolstofvastleggingscapaciteit van bossen, waardoor schone lucht en een minder vervuilde atmosfeer worden gewaarborgd. De volgende kostenramingen zijn gebaseerd op een overzicht van beschikbare literatuur en casestudy's, variëren van de goedkoopste tot de duurste opties en omvatten factoren die de kosten kunnen beïnvloeden. Dit zijn schattingen op basis van de initiële opzet per hectare en niet noodzakelijkerwijs met inbegrip van het onderhoud van de verschillende opties.

  • Beheerde begrazing: €100 tot €500 per hectare (afhankelijk van terrein en vegetatiedichtheid). De lidstaten kunnen deze strategie integreren in plattelandsontwikkelingsprogramma's (Europese Commissie: Directoraat-generaal Milieu, 2021); of interventies ontwerpen om dergelijke praktijken te ondersteunen en een deel van de begroting van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)aan specifieke pastorale systemen wijden. Het grazen van schapen kan bijvoorbeeld ook de kosten van vroege dunner wordende bewerkingen verlagen, zoals gerapporteerd in voorbeelden door AFINET (AgroForestry Innovation NETworks). Pastoralisme kan ook helpen bosbranden en de daarmee gepaard gaande kosten te verminderen, zoals in Spanje is aangetoond door het Europees Forum voor natuurbehoud en pastoralisme.
  • Agrobosbouw: 300 tot 1500 euro per hectare, afhankelijk van de integratie van bomen met landbouwpraktijken. Dit is een ruwe schatting, maar de voordelen wegen vaak zwaarder dan de kosten (Kay et al., 2019), afhankelijk van de praktijk en de regio.
  • Groene brandblussers: € 500 tot € 2.000 per hectare (hoger in brandgevoelige gebieden zoals de Middellandse Zee). Deze kunnen behoorlijk effectief zijn. Het is echter belangrijk om te begrijpen dat de doeltreffendheid grotendeels afhangt van de eigenschappen van de brand en de uitvoering van de brand, zie bijvoorbeeld de analyse van 563 branden in Spanje (Ortega et al., 2024).
  • Voorgeschreven branden : €500 tot €1500 per hectare (hoger in Zuid-Europa). Voorbeelden uit Spanje zijn hier te vinden. In Portugual wordt een voorbeeld van de kosten en baten gegeven in de casestudy Climate-ADAPT inViseu Dão Lafões.
  • Verdunnen: € 500 tot € 2.500 per hectare (met hogere kosten in brandgevoelige of dicht begroeide gebieden en afhankelijk van of handmatige arbeid of mechanische verdunning wordt toegepast).
  • Selectief loggen: € 500 tot € 3000 per hectare (afhankelijk van het terrein, de boomdichtheid en of mechanische of handmatige methoden worden gebruikt).
  • Aanplant van brandwerende soorten: € 1.500 tot € 5.000 per hectare (afhankelijk van soortenselectie, locatievoorbereiding en regelmatig onderhoud. In gebieden met een hoog risico, waar brandwerende soorten meer ontvlambare soorten vervangen, kunnen de kosten hoger zijn vanwege de noodzaak van bodemvoorbereiding en irrigatie (zoals in mediterrane regio's).
  • Geassisteerde migratie: € 2.000 tot € 6.000 per hectare, afhankelijk van de afstand en complexiteit van de verhuizing.

De langetermijnvoordelen van bosbeheer gaan veel verder dan het onmiddellijke economische rendement. Duurzame praktijken zorgen ervoor dat bossen essentiële diensten blijven leveren voor toekomstige generaties. Dit aspect wordt vaak over het hoofd gezien in kostenanalyses op korte termijn. Zelfs op de korte termijn bieden deze strategieën echter belangrijke sociale voordelen (werkgelegenheidskansen en volksgezondheid en welzijn); milieuvoordelen (behoud van biodiversiteit); en economische voordelen (bv. het in de handel brengen van houtverwerkingsresiduen).

Implementatie tijd

De uitvoeringstermijn voor de voorgestelde opties varieert afhankelijk van de geselecteerde maatregel. Het kan variëren van:

  • Korte termijn (maximaal 6 maanden): Feromoonvallen, voorgeschreven verbranding (indien seizoensgebonden), eerste fasen van beheerde begrazing en kleinschalige verwijdering van besmette bomen.
  • Op middellange termijn (6 maanden - 2 jaar): Verdunning, selectieve houtkap, grootschalige verwijdering van aangetaste bomen, beheerde weidegang en eerste opzet van groene brandhaarden.
  • Lange termijn (2+ jaar): Groene brandwerende rijpheid, aanplant van brandwerende soorten, geassisteerde migratie en voortdurende beheerde begrazingscycli voor continu bosonderhoud.

Het tijdschema van elke strategie kan worden uitgebreid op basis van regiospecifieke regelgeving, milieuomstandigheden en logistieke uitdagingen in het beboste gebied.

Levensduur

De levensduur van de voorgestelde opties varieert ook afhankelijk van de geselecteerde maatregel. Het kan variëren van:

  • Korte termijn (tot 2 jaar): Feromoonvallen, voorgeschreven verbranding (herhaalde cycli) en verwijdering van besmette bomen.
  • Middellange termijn (10-20 jaar): Verdunning en sommige beheerde beweidingsopstellingen, die periodieke interventie vereisen om de effectiviteit te behouden.
  • Lange termijn (20-50+ jaar): Brandwerende soorten, selectieve houtkap en groene brandhaarden met periodiek onderhoud.
  • Zeer lange termijn (50-100+ jaar): Geassisteerde migratie en de oprichting van langlevende, aan het klimaat aangepaste boomsoorten.

Regelmatige monitoring en adaptief beheer zijn van essentieel belang om de doeltreffendheid van elke strategie te handhaven en in te spelen op veranderende bosomstandigheden.

Referentie-informatie

Websites:
Referenties:

Damianidis, C., Santiago-Freijanes, J.J., den Herder, M. et al. Agrobosbouw als een duurzame optie voor landgebruik om het risico op bosbranden in Europese mediterrane gebieden te verminderen. Agroforest Syst 95, 919-929 (2021). https://doi.org/10.1007/s10457-020-00482-w

Mauri, E., Jankavić, M. 2024. Risicoplanning en -preventie bij bosbranden - Innovaties in het Middellandse Zeegebied en daarbuiten. Europees Bosinstituut. DOI: https://doi.org/10.36333/rs8en

Sonja Kay, Anil Graves, João H.N. Palma, Gerardo Moreno, et al., 2019. Agroforestry is pay-off – Economic evaluation of ecosystem services in European landscapes with and without agroforestry systems (Economische evaluatie van ecosysteemdiensten in Europese landschappen met en zonder boslandbouwsystemen). ecosysteemdiensten. Deel 36: 100896. https://doi.org/10.1016/j.ecoser.2019.100896.

Beleidsnota van Forest Europe.  Beheer van schorskeveruitbraken in de 21e eeuw.

Gepubliceerd in Climate-ADAPT: Oct 16, 2025

Language preference detected

Do you want to see the page translated into ?

Exclusion of liability
This translation is generated by eTranslation, a machine translation tool provided by the European Commission.