eea flag

Landen van de regio

Het samenwerkingsgebied van Noordwest-Europa voor de Interreg-programmeringsperiode 2021-2027 omvat zeven landen: het gehele grondgebied van Ierland, België, Luxemburg, Zwitserland en Nederland, en delen van Frankrijk en Duitsland. Belangrijke wijzigingen ten opzichte van de vorige programmeringsperiode (2014-2020) zijn de uitsluiting van het Verenigd Koninkrijk* en de uitbreiding van de transnationale regio, die het hele grondgebied van Nederland en bredere regio’s van Duitsland bestrijkt. Een kaart waarin de oude en de nieuwe grenzen worden vergeleken, is hier te zien.

* Vanaf de inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord van het Verenigd Koninkrijk op 1 februari 2020 wordt de inhoud uit het Verenigd Koninkrijk niet langer bijgewerkt op deze website.

Beleidskader

1.     Programma voor transnationale samenwerking

Het Interreg VI B North West (NEW) Europe Programme (2021-2027), dat op 24 augustus 2022 door de Europese Commissie is goedgekeurd, bevordert een groene, slimme en rechtvaardige transitie voor alle NWE-gebieden met als doel een evenwichtige ontwikkeling te ondersteunen en alle regio’s veerkrachtiger te maken, zodat zij beter kunnen reageren op bestaande en toekomstige uitdagingen. Het programma Interreg NEW helpt de energietransitie en de circulaire transitie van de regio’s te ondersteunen door transnationale en plaatsgebonden oplossingen uit te voeren en toe te passen om bij te dragen tot het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de verbetering van op de natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatverandering.

Het thematische toepassingsgebied van het programma omvat aspecten van de groene, slimme en rechtvaardige transitie en is georganiseerd rond drie prioriteiten:

  • Prioriteit 1: Slimme klimaat- en milieubestendigheid
  • Prioriteit 2 – Slimme en rechtvaardige energietransitie
  • Prioriteit 3 - Transitie naar een plaatsgebonden circulaire economie
  • Prioriteit 4 – Verbetering van de territoriale veerkracht door middel van innovatieve en slimme transformatie

Projecten voor aanpassing aan de klimaatverandering worden met name gefinancierd in het kader van prioriteit 1, met als specifieke doelstelling “Verbetering van de bescherming en het behoud van de natuur, de biodiversiteit en de groene infrastructuur, ook in stedelijke gebieden, en vermindering van alle vormen van verontreiniging”. Het programma ondersteunt inspanningen om groene/blauwe infrastructuur te ontwikkelen. Deze acties zijn erop gericht de bescherming of het herstel van een breed scala aan ecosystemen te waarborgen en het verlies van biodiversiteit en natuurlijk kapitaal te voorkomen. Aangezien de meeste NWE-regio's de luchtkwaliteitsdoelstellingen niet halen, is het programma ook gericht op het verminderen van hittestress en het verbeteren van de luchtkwaliteit.

De kwestie van energie-efficiëntie, die relevant is voor zowel mitigatie- als aanpassingskwesties, valt onder prioriteit 2, en met name onder specifieke doelstelling 2.2 (Bevordering van energie-efficiëntie en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen). Dit zal worden bereikt door mogelijkheden in kaart te brengen die de energieprestaties van bijvoorbeeld woningen en openbare gebouwen, vervoer/mobiliteit, vervoer over de binnenwateren en van netlijnen voor stadsverwarming en -koeling verbeteren.

Het vorige Interreg V B North West Europe (NWE)-programma (2014-2020) had tot doel de economische, ecologische, sociale en territoriale toekomst van de NWE-regio te bevorderen. , Wegens de hoge stedelijke dichtheid en de blootstelling van stedelijke gebieden aan het risico van overstromingen langs de kust en in de rivier, heeft het NWE-programma het aanpakken van de kwetsbaarheid voor klimaatverandering aangemerkt als een van de belangrijkste uitdagingen in het programmagebied. Deze uitdaging werd echter niet vertaald in een thematische prioriteit voor het programma. Het werd opgenomen als een van de investeringsprioriteiten in verband met de overgang naar een koolstofarme samenleving (prioriteit 2, en voornamelijk investeringsprioriteit 4e), waarin staat dat “mitigatie-/aanpassingsmaatregelen nodig zijn”.

2.     Internationale verdragen en andere samenwerkingsinitiatieven

Samen met andere regio’s vallen delen van Noordwest-Europa onder het OSPAR-Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. Met name de noordwestelijke en noordoostelijke delen van de kusten van de regio’s vallen onder twee subregio’s van het OSPAR-verdrag: de subregio Keltische Zee en de subregio Grote Noordzee. In het kader van dit verdrag wordt klimaatverandering (en verzuring van de oceanen) aangepakt als een transversaal probleem op het gebied van het genereren van kennis, het monitoren van effecten en het ontwerpen van beheersopties die gericht zijn op het vergroten van de veerkracht van ecosystemen. In 2019 heeft OSPAR een Intersessional Correspondence Group on ocean acidification (ICG-OA) opgericht.

Andere samenwerkingsinitiatieven waarbij sommige delen van de noordwestelijke regio betrokken zijn, zijn de Trilaterale Waddenzeesamenwerking en de Noordzeecommissie binnen de Conferentie van perifere maritieme regio’s. Meer details over deze initiatieven zijn te vinden op de pagina Transnationale regio Noordzee.

3.     Aanpassingsstrategieën en -plannen

Hoewel er geen aanpassingsstrategieën en -plannen specifiek voor de noordwestelijke regio bestaan, hebben de samenwerkingsinitiatieven waarbij verschillende landen van de transnationale regio betrokken zijn (OSPAR, Trilaterale Waddenzeesamenwerking en Noordzeecommissie) eigen strategieën die relevant zijn voor de aanpassing aan de klimaatverandering (de strategie Noordzeeregio 2030, de strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering in de Waddenzee en de milieustrategie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAES) 2030). Ze worden volledig beschreven op de pagina Transnationale Noordzeeregio.

Voorbeelden van projecten die in de periode 2014-2020 zijn gefinancierd.

Geen van de in het kader van de programmeringsperiode 2014-2020 goedgekeurde projecten was rechtstreeks gericht op aanpassingsgerelateerde uitdagingen. Zij richten zich in plaats daarvan op mitigatie van de klimaatverandering (door de koolstofuitstoot te verminderen) met toegevoegde waarden ook voor aanpassing (door de energie-efficiëntie te verbeteren).

Noordwest-Europa kan echter rekenen op een ruime ervaring met transnationale samenwerkingsprojecten die betrekking hebben op het creëren en delen van kennis over aanpassing aan de klimaatverandering. Deze projecten werden gefinancierd in de INTERREG-programmeringsperiode 2007-2013, zoals bijvoorbeeld in het geval van AMICE-, DROP- en IMCORE-projecten.  Bovendien werd de volledige reeks van acht projecten op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering, gefinancierd in 2007-2013, gegroepeerd in SIC-adapt!, Het is een strategische cluster die gericht is op het vergroten van de zichtbaarheid en kapitalisatie van de projectresultaten.

Inspirerende Climate-ADAPT use cases
Ontdek hoe de kennis op deze pagina actoren op verschillende bestuursniveaus heeft geïnspireerd om oplossingen op maat te ontwikkelen in verschillende beleids- en praktijkcontexten.

Language preference detected

Do you want to see the page translated into ?

Exclusion of liability
This translation is generated by eTranslation, a machine translation tool provided by the European Commission.