All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesLanden van de regio
Het samenwerkingsgebied Midden-Europa omvat een uitgestrekt gebied van het zuidelijke gebied, grenzend aan de Adriatische Zee tot het noordelijke gebied, grenzend aan de Oostzee. Het samenwerkingsgebied 2021-2027 valt grotendeels samen met de gehele verlenging van het vorige Interreg-programma, dat betrekking heeft op het gehele gebied van zeven EU-lidstaten (Oostenrijk, Kroatië, Tsjechië, Hongarije, Polen, Slowakije en Slovenië), de centrale en oostelijke regio’s van Duitsland (nu ook de regio Braunschweig) en de noordelijke regio’s van Italië. Een kaart met de oude en nieuwe grenzen is hier te zien.
Beleidskader
1. Programma voor transnationale samenwerking
INTERREG V B heeft tot doel de samenwerking over de grenzen heen te bevorderen om van de steden en regio's in Midden-Europa betere woon- en werkplekken te maken.
In het programma 2021-2027 wordt erkend dat Midden-Europa zich in een overgangstijd bevindt. De regio’s en steden worden geconfronteerd met tal van uitdagingen (waaronder klimaatverandering) die geen grenzen kennen en niet alleen kunnen worden opgelost. De programmavisie is een verenigd centraal Europa dat samenwerkt om slimmer, groener en beter verbonden te worden. Het financiert transnationale projecten die oplossingen ontwikkelen, testen en implementeren die dringend nodig zijn om Midden-Europa veerkrachtiger en aantrekkelijker te maken.
Met het programma zal naar verwachting het volgende worden bereikt:
- Verbeterde beleidsontwikkeling, leren en verandering;
- meer kennis en capaciteit, met inbegrip van kennisoverdracht en -uitwisseling;
- beter gecoördineerde samenwerking en beter bestuur op verschillende niveaus;
- Verminderde barrières;
- Nieuwe of betere diensten;
- gedragsverandering;
- Hefboomwerking van publieke en private middelen, met inbegrip van de voorbereiding van vervolginvesteringen.
Het programma is gericht op vier prioriteiten:
- Samenwerken voor een slimmer centraal Europa
- Samenwerken voor een groener Midden-Europa
- Samenwerken voor een beter verbonden Midden-Europa
- Verbetering van de governance voor samenwerking in Midden-Europa.
Aanpassing aan de klimaatverandering komt met name aan bod in prioriteit 2 in het kader van de specifieke doelstelling: “Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, rampenrisicopreventie en rampbestendigheid, rekening houdend met op ecosystemen gebaseerde benaderingen”. Transnationale samenwerkingsacties in het kader van deze doelstelling zullen naar verwachting leiden tot een grotere capaciteit om de veerkracht te verbeteren en ongunstige gevolgen van de klimaatverandering in Midden-Europa tijdig tegen te gaan. Zij zullen ook de coördinatie van aanpassingsmaatregelen verbeteren en de uitrol bevorderen van nieuwe oplossingen die in proefacties zijn getest en gedemonstreerd. Aanpassing aan de klimaatverandering zal ook ten goede komen aan acties die zijn ontwikkeld overeenkomstig prioriteit 1, die gericht is op het verbeteren en moderniseren van de vaardigheden van mensen op lokaal niveau, en prioriteit 4, die gericht is op het verbeteren van multisectorale governanceprocessen op alle territoriale niveaus. Acties die worden ondernomen om beide doelstellingen te verwezenlijken, zullen de randvoorwaarden verbeteren om het hoofd te bieden aan gemeenschappelijke uitdagingen van de regio's, zoals de klimaatverandering.
Voor de periode 2014-2020 werd aanpassing aan de klimaatverandering behandeld als een van de verschillende milieugerelateerde subthema’s binnen prioriteit 3 van het programma (Natuurlijke en culturele hulpbronnen voor duurzame groei in de regio). Het valt meer in het bijzonder onder de doelstelling om de geïntegreerde milieubeheercapaciteiten voor de bescherming en het duurzame gebruik van natuurlijk erfgoed en natuurlijke hulpbronnen te verbeteren. Daarnaast werd de kwetsbaarheid van stedelijke gebieden voor klimaatverandering aangemerkt als een probleem in het kader van een andere doelstelling inzake “de verbetering van het milieubeheer van functionele stedelijke gebieden om ze leefbaarder te maken”. Tot slot maakte aanpassing deel uit van de horizontale beginselen van het programma, met name “duurzame ontwikkeling”, dat acties omvat om rekening te houden met matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, rampenbestendigheid en risicopreventie en -beheer.
2. Macroregionale strategieën
Interreg Centraal-Europa vervult een belangrijke brugfunctie tussen de vier macroregionale strategieën van de EU, namelijk de EUSDR, EUSALP, EUSAIR en EUSBSR. De regio Midden-Europa deelt delen van haar samenwerkingsgebied met alle regio’s die zich op verschillende manieren bezighouden met klimaatadaptatie op hun transnationale samenwerkingsagenda’s (zie de Climate-ADAPT-pagina’s over de Donau, de Alpenruimte, de Adriatisch-Ionische regio en de Oostzeeregio’s).
3. Internationale verdragen en andere samenwerkingsinitiatieven
De regio Midden-Europa overlapt gedeeltelijk met de perimeters van het Karpatenverdrag en het Verdrag inzake de bescherming van de Donau (DRPC), die bijna volledig zijn opgenomen in de transnationale Donauregio.
Het Karpatenverdrag is een subregionaal verdrag ter bevordering van de duurzame ontwikkeling en bescherming van de Karpatenregio. Het is in mei 2003 ondertekend door zeven Karpaten (waarvan vier landen deel uitmaken van de Transnationale Regio Midden-Europa). Tijdens de vijfde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Karpatenverdrag (COP5, 2017) is een wijziging van het Karpatenverdrag aangenomen om daarin het nieuwe artikel 12 bis inzake klimaatverandering op te nemen. Zij verzoekt de partijen beleid te voeren dat gericht is op mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering in alle sectoren die relevant zijn voor het verdrag. Bijgevolg werd de langetermijnvisie 2030 voor het Karpatengebied vastgesteld “om de gezamenlijke inspanningen voor een klimaatneutrale route die klimaatveerkrachtige en duurzame ontwikkeling in de Karpaten oplevert, te versterken”.
Het Verdrag inzake de bescherming van de Donau (DRPC) vormt het algemene rechtsinstrument voor samenwerking op het gebied van grensoverschrijdend waterbeheer in het Donaubekken. Veertien landen (waarvan er zeven ook deel uitmaken van de Transnationale regio Midden-Europa) en de Europese Unie hebben zich ertoe verbonden dit verdrag ten uitvoer te leggen. De Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau (IPDR)is het transnationale orgaan dat is opgericht om het Verdrag inzake de bescherming van de Donau ten uitvoer te leggen. Het ICPDR werkt aan een duurzaam beheer van overstromingsrisico's. De deskundigengroep voor overstromingsbescherming ondersteuntdeuitvoering van het actieprogramma voor duurzame overstromingsbescherming in het Donaubekken. Het helpt ook bij de uitvoering van de activiteiten in verband met de uitvoering van de EU-overstromingsrichtlijn, zoals de ontwikkeling van overstromingsgevaar- en -risicokaarten en het overstromingsrisicobeheersplan voor het Donaubekken.
Het Midden-Europees Initiatief (CEI) is een regionaal intergouvernementeel forum van 17 lidstaten in Midden-, Oost- en Zuidoost-Europa. Het omvat alle landen van de transnationale regio Midden-Europa van de EU. Het bevordert de Europese integratie en duurzame ontwikkeling door middel van regionale samenwerking. De werkzaamheden van het CEI zijn gericht op het bereiken van twee hoofddoelen: Groene groei & Rechtvaardige samenlevingen. Het verbeteren van de klimaatveerkracht is opgenomen in de doelstellingen van het actieplan van de CEI, in het kader van doelstelling 1 “Stimuleren van de groene groei”.
4. Aanpassingsstrategieën en -plannen
Bestaande transnationale en grensoverschrijdende strategieën en plannen om de aanpassingsproblemen aan te pakken die relevant zijn voor delen van de regio Midden-Europa, zijn in de eerste plaats gericht op het beheer van watervoorraden en overstromingsrisico’s in het stroomgebied van de Donau. De strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering van de Internationale Commissie voor de bescherming van de Donau (ICPDR) en de relevantie van het beheersplan voor het Donaubekken (DRBM-plan) en het overstromingsrisicobeheersplan (DFRM-plan) voor aanpassing worden beschreven in het transnationale deel over de Donauregio van Climate-ADAPT.
Voor het Karpatengebied, een specifieke regio in Midden-Europa, worden in het actieplan van 2020 bij de langetermijnvisie 2030 “Naar de bestrijding van de klimaatverandering in de Karpaten” concrete activiteiten en mijlpalen vastgesteld om de strategische doelstellingen en de bijbehorende streefdoelen van de visie te verwezenlijken. Het actieplan bevat algemene richtsnoeren voor de werkgroep klimaatverandering (opgericht in het kader van het Karpatenverdrag) en de bijbehorende werkplannen.
Voorbeelden van projecten die in de periode 2014-2020 zijn gefinancierd.
Hieronder worden voorbeelden gegeven van projecten die worden gefinancierd door het programma Midden-Europa 2014-2020 en die betrekking hebben op de aanpassing aan de klimaatverandering. Zij richten zich voornamelijk op waterbeheer en rampenrisicovermindering (door overstromingen, zware regenval, droogte) en op de bescherming van cultureel erfgoed tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Als reactie op de toenemende probleemdruk in de regio, als gevolg van de toenemende frequentie en intensiteit van lokale extreme neerslaggebeurtenissen, verzamelde het RAINMAN-project (Integrated Heavy Rain Risk Management) (2017-2020) beschikbare informatie over risicobeheer bij zware regenval en ontwikkelde praktijkgerichte instrumenten en innovatieve methoden. De RAINMAN Toolbox werd geleverd als eindoutput van het project. De toolbox is een informatieplatform dat gemeenten en lokale en regionale belanghebbenden ondersteunt bij het nemen van maatregelen tegen zware regenval. Het biedt belangrijke feiten, instrumenten om risicovolle situaties te beheren en goede praktijken.
Het project PROLINE-CE (Efficient Practices of Land Use Management Integrating Water Resources Protection and Non-structural Flood Mitigation Experiences) (2016-2019), waarbij partners uit 7 landen in de regio Centraal-Europa betrokken waren, was gericht op het verbeteren van de bescherming van drinkwaterbronnen en de bescherming van regio's tegen overstromingen en droogten in een geïntegreerde aanpak van het beheer van landgebruik, rekening houdend met de aanpassing aan de klimaatverandering. De beste beheerpraktijken werden getest in proefgebieden van de regio en de aanvaarding ervan door belanghebbenden en deskundigen werd geëvalueerd. De Transnational Guide towards an Optimal WAter REgime (GOWARE) is ontworpen als een Decision Support Tool, waarmee de beste beheerpraktijken kunnen worden geselecteerd om de bescherming van drinkwater en de beperking van overstromingsrisico's te verbeteren. De DriFLU Charta (Drinkwater/Overstromingen/Landgebruik), een door vooraanstaande vertegenwoordigers van elk partnerland ondertekende gemeenschappelijke verklaring, is weliswaar niet juridisch bindend, maar is een intentieverklaring om aanbevelingen te doen voor gemeenschappelijk beleid en maatregelen op het gebied van de bescherming van drinkwater en de daarmee verband houdende beperking van overstromingen en droogte in het programmagebied Midden-Europa.
Het DEEPWATER-CE-project (2019-2022) is gericht op de ontwikkeling van geïntegreerde milieubeheercapaciteiten van verantwoordelijke overheidsactoren in Midden-Europa om een gezamenlijke strategie voor het beheer van watervoorraden op te zetten. Het omvat het vasthouden van overtollig water uit perioden van zware regenval die kan worden gebruikt om grondwater op te laden. Proefstudies in vier landen (Polen, Hongarije, Slowakije, Kroatië) maken het mogelijk beschikbare oplossingen voor het aanvullen van beheerde watervoerende lagen te beoordelen om de grondwatervoorraden te verbeteren en te vergroten. Het project, dat voortbouwt op de resultaten van relevante eerdere KP7- en H2020-projecten, onderzoekt oplossingen voor de uitputting van drinkwatervoorraden en voor steeds vaker voorkomende zware regens en overstromingen als gevolg van de klimaatverandering.
Met een vergelijkbare focus komt het TEACHER-CE-project (Joint efforts to increase water management adaptation to climate changes in Central Europe, 2020-2022) tegemoet aan de behoefte aan betere coördinatie van risicobeheer in Centraal-Europa. Het heeft dus tot doel de resultaten van eerder gefinancierde INTERREG-, Horizon2020- en Life-projecten te integreren en te harmoniseren. De belangrijkste projectoutput is de TEACHER-CE Toolbox die zich richt op klimaatbestendig beheer van watergerelateerde kwesties zoals overstromingen, risicopreventie van zware regen en droogte, kleine waterretentiemaatregelen en bescherming van watervoorraden door duurzaam beheer van landgebruik. De toolbox wordt getest en geverifieerd in 9 proefprojecten van 8 landen van de centrale regio.
De belangrijkste doelstelling van het FramWat-project (Kader voor de verbetering van de waterbalans en de mitigatie van nutriënten door toepassing van kleine waterretentiemaatregelen, 2017-2020) was het versterken van het regionale, gemeenschappelijke kader voor overstromingen, droogten en mitigatie van verontreiniging. Dit moet worden gedaan door de buffercapaciteit van het landschap op systematische wijze te vergroten met behulp van de op natuurlijke oplossingen gebaseerde aanpak en kleine waterretentiemaatregelen. De projectresultaten omvatten praktische richtsnoeren voor de planning van natuurlijke en kleine waterretentiemaatregelen, een beslissingsondersteunend systeem voor de planning van natuurlijke (kleine) waterretentiemaatregelen en zes actieplannen voor proefstroomgebieden die bij het project betrokken zijn.
Het project (Risicobeoordeling en duurzame bescherming van cultureel erfgoed in een veranderende omgeving, 2017-2020) heeft bijgedragen tot een verbetering van de capaciteiten van de publieke en private sector om de gevolgen van klimaatverandering en natuurrampen (overstromingen en zware regenval) voor cultureel erfgoed, structuren en artefacten te beperken. Het project leverde een web-GIS-tool voor risicokartering, een beslissingsondersteunend instrument voor de analyse van de kritieke kwesties die de kwetsbaarheid van cultureel erfgoed bepalen, en een handleiding ter ondersteuning van beleidsmakers en besluitvormers van goede en slechte praktijken voor het beheer van bedreigd cultureel erfgoed. De bevindingen van ProteCHt2save en de Web GIS-tool zelf worden verder ontwikkeld in een nieuw vervolgproject, het STRENCH-project (STRENgthening resilience of Cultural Heritage at risk in a changing environment through proactive transnational cooperation, 2020-2022).
Andere projecten met een aanzienlijke impact op de regio Midden-Europa worden gefinancierd door het Interreg-programma voor het Donaugebied en worden beschreven op de webpagina over het Donaugebied.
Gedetailleerde informatie, met inbegrip van links naar de meest relevante documenten over aanpassing in het Karpatengebergte, wordt verstrekt door het secretariaat van het Karpatenverdrag op basis van indiening door de Werkgroep aanpassing aan de klimaatverandering van het Verdrag.
Language preference detected
Do you want to see the page translated into ?